Een artikel van Suzanne Sjoers, Senior consultant VO (Hoogbegaafdheid / Dyscalculie / Rekenen) bij het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS).
Dat alle (hoog)begaafde leerlingen goed zijn in rekenen en wiskunde, is een vooroordeel. Wanneer op school een leerling (hoog)begaafd blijkt te zijn, wordt daarom al snel verrijking aangeboden op het gebied van rekenen of wiskunde. In de praktijk blijken (hoog)begaafde leerlingen juist vaak moeite te hebben met rekenen en blijven hun rekenscores achter bij het verwachte niveau. En daardoor verdwijnt al snel het rekenplezier bij het (hoog)begaafde kind. Voor school, ouders en het kind zelf is dit een grote zorg…
Hoe kan het dat (hoog)begaafde leerlingen moeite hebben met rekenen?
Hiervoor is een aantal redenen te noemen:
- (Hoog)begaafde leerlingen hebben een voorkeur voor topdown leren. Dit betekent dat ze vanuit het einddoel starten. Ze hebben dit einddoel als kader nodig om met het onderwerp aan de slag te gaan. Dit einddoel wordt in de reken-/ wiskundemethoden alleen niet aan het begin prijsgegeven, hiervoor is het stap voor stap doorlopen van de stof noodzakelijk. Het stap voor stap aanbieden van de stof kan bij (hoog)begaafde leerlingen onduidelijkheid, onrust, irritatie of verkeerd begrip van de materie tot gevolg hebben. Ooit observeerde ik een les in groep 4. De leerkracht ging die les de tafel van 2 uitleggen. Ze gaf alle leerlingen een blad met 20 rondjes en vroeg de leerlingen groepjes van 2 te maken op het blad. Een (hoog)begaafde leerling vroeg de leerkracht waarom hij dit moest doen. De juf gaf geen uitleg over het waarom, maar verzocht hem meerdere malen de opdracht uit te voeren. De jongen weigerde en er ontstond een conflict. Na de les moest de jongen blijven en juf zei de jongen nogmaals dat hij de opdracht moest doen. Weer vroeg hij waarom hij dan groepjes van 2 moest maken. De juf zei dat ze dan kon gaan beginnen met het uitleggen van de tafel van 2… Na een korte stilte begon de jongen te lachen en terwijl hij groepjes van 2 maakte vertelde hij de juf dat ze vast 50 rondjes ging geven voor de tafel van 5 en 80 rondjes voor de tafel van 8….
- (Hoog)begaafde leerlingen zijn gebaat bij het rekenen met betekenisvolle opdrachten. Het rekenen wordt in het primair onderwijs echter meestal in een realistische context aangeboden. Dit betekent dat de context niet altijd aansluit op de belevingswereld van de leerling, wat tot veel verwarring kan zorgen. Zoals bij de volgende opgave: Opdracht Een (hoog)begaafde leerling herkent al snel dat Kleurenland in feite onze grootste handelspartner Duitsland is en de leerling gaat daardoor zijn aandacht richten op welke plaats dan met Blauwstad en Geelstad wordt bedoeld. De rekenles wordt al snel een aardrijkskundeles…
- (Hoog)begaafde leerlingen leren dus het liefst in een betekenisvolle context en hebben daardoor wel eens moeite met het leren van betekenisloze feiten als de tafels van vermenigvuldiging. Deze kinderen kunnen zich jarenlang redden door razendsnel de antwoorden uit te rekenen. Het memoriseren van deze rekenfeiten bereiken ze zo niet. Bovenstaande redenen geven aan waarom (hoog)begaafde leerlingen vastlopen bij rekenen, maar bieden tegelijkertijd de oplossing om het rekenen (weer) leuk te maken en (hoog)begaafde leerlingen uit te dagen.
Wat kun je als leerkrachten en ouders doen?
- De reken-/ wiskundemethoden sluiten niet aan op het topdown leren van (hoog)begaafde kinderen en zullen dit ook niet gaan doen. De oplossing zit dus in het laten zien van het einddoel aan de leerling. In mijn jaren als docent wiskunde startte ik een nieuw hoofdstuk altijd met de laatste opgave: voor alle leerlingen was het zo duidelijk waar we naar toe gingen werken, voor de (hoog)begaafde leerlingen gaf dit het broodnodige kader. Ook bij rekenonderwerpen in het primair onderwijs kan de leerling zo geholpen worden. Het einddoel van een leerlijn laten zien, kan voor een (hoog)begaafde leerling een noodzakelijke start zijn om aan de slag te kunnen gaan.
- Een leerbehoefte van (hoog)begaafde leerlingen is dat ze graag rekenen met open, complexe en betekenisvolle opdrachten. Deze opgaven worden vaak niet zo aangeboden in de rekenmethode. Opgaven worden complex wanneer ze een beroep doen op hogere denkvaardigheden als toepassen in andere situaties, evalueren of creëren (taxonomie van Bloom, 1956 herzien in 2001). Een opgave als hierboven over Kleurenland kan makkelijk aangepast worden door leerlingen te vragen om welk land dit in werkelijkheid gaat (evalueren). Ook kan een leerling de opdracht krijgen om binnen een willekeurig land of tussen landen enkele afstanden tussen steden uit te rekenen (toepassen). Tenslotte kan een leerling een eigen land ontwerpen en daarbij toeristische informatie geven (creëren). Het combineren van twee schoolvakken (in dit geval rekenen en aardrijkskunde) maakt het rekenen in ieder geval uitdagender!
- Een andere bron van open en complexe opdrachten is te vinden op de X-posters van APS. Op deze X-posters heeft APS een voorstel gedaan om een rekenniveau te beschrijven voor de 10% best presterende rekenaars in primair en voortgezet onderwijs. De posters geven ideeën voor de domeinen getallen, verhoudingen, verbanden en meten / meetkunde.
Voor het leren van betekenisloze feiten is een aantal mogelijkheden:
- Tafels leren met zaken uit het dagelijks leven is mogelijk met het pakketje ‘de tafel een keer anders’ van www.onderwijsmaakjesamen.nl.
- Het aanbieden van een memoriseren-taak in combinatie met een lichamelijke taak: het leren van de tafels op een trampoline bijvoorbeeld. Hierdoor wordt het denken over de tafelsommen uitgeschakeld, omdat de aandacht zit bij het recht overeind blijven op de trampoline. Een eender idee zit achter het aanbieden van de tafels van vermenigvuldiging op muziek: ‘tafels van vermenigvuldiging al zingend leren’ (www.bol.com).
Door bovenstaande onderwijsaanpassingen samen met (hoog)begaafde leerlingen te bedenken, in plaats van voor ze te bedenken, geef je ze iets belangrijks mee. (Hoog)begaafde leerlingen zullen in hun onderwijscarrière immers nog vaak aanlopen tegen het feit dat de lesmethoden niet aansluiten op hun onderwijsbehoeften. Door samen met leerlingen te kijken hoe ze de bestaande stof voor hen zelf wel uitdagend kunnen maken, geef je ze belangrijk gereedschap mee voor de rest van hun schoolloopbaan!!